Jaarstukken 2018

Waarderingsgrondslagen

Waarderingsgrondslagen

Algemeen
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op d.d. 15 december 2016 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Algemene grondslagen
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de septembercirculaire van het boekjaar.
Balans - Vaste activa: bezittingen met een lange looptijd

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventueel van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag. Hierbij wordt de verkregen bijdrage als bate verantwoord.  

De bijdragen aan activa in eigendom van derden worden lineair afgeschreven conform de afschrijvingstermijnen die gelden voor de eigen materiële vaste activa.

Materiële vaste activa
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak die aan de vervaardiging van het actief worden toegerekend. In dat geval vermeldt de toelichting dat deze kosten worden geactiveerd.

Investeringen met economisch nut:

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.

Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Nieuwbouw woonruimten, schoolgebouwen, kantoren en bedrijfsgebouwen

40 jaar

Semipermanente nieuwbouw woonruimten, schoolgebouwen, kantoren en bedrijfsgebouwen

15 jaar

Renovatie, restauratie, bouwkundige voorzieningen, groot (levensduurverlengend) onderhoud of algehele aanpassing

20 jaar

Technische installaties en inventaris in bedrijfsgebouwen

5-20 jaar

Lichte transport- en technische hulpmiddelen, zoals aanhangwagens, tractoren, motorvoertuigen en strooiers

7-15 jaar

Zware transport- en technische hulpmiddelen, zoals vrachtauto's, sneeuwploegen en bermvijzels

4-15 jaar

Automatiseringsapparatuur en software

4-6 jaar

Strategische gronden, voorheen Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG):

Conform de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV zijn NIEGG en bouwgronden in exploitatie (BIE) die per 1 januari 2016 uit exploitatie zijn genomen, op basis van een overgangsbepaling tegen de boekwaarde per 1 januari 2016 (ingangsdatum wijzigingsbeslulit) geherrubriceerd naar de materiële vaste activa. Deze overgangsbepaling heeft een looptijd van 4 jaar. Uiterlijk 31 december 2019 zal een toets plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen de geldende bestemming op het moment van de marktwaardetoets. Wordt daarbij een duurzame waardevermindering vastgesteld, dan zal dat uiterlijk 31 december 2019 leiden tot een afwaardering van deze gronden.

Op 15 december 2016 is een nieuwe Financiële verordening door de raad vastgesteld. Deze verordening geldt vanaf 1 januari 2017. Op gedane investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut voor 1 januari 2017  blijft de Financiële verordening 2015 van toepassing.

Investeringen met een economisch nu, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven:

Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijk afval of andere als ook voor rechten die op grond van artk. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

Materiële vaste activa met economisch nut inzake riolering worden vanaf 2017 annuïtair in maximaal 50 jaar afgeschreven. Materiële vaste activa met economisch nut inzake pompen en gemalen worden annuïtair in maximaal 15 jaar afgeschreven.
Voor riolering gelden in 2017 nog verschillende afschrijvingsmethoden (lineair en annuïtair). In voorgaande jaren werd in de meeste gevallen op annuïteitsbasis afgeschreven, in enkele gevallen op lineaire basis. De destijds gekozen methodiek blijft gehandhaafd.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut:

Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige levensduur afgeschreven.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Parken, sportvelden en groenvoorzieningen

30 jaar

Toplaag kunstgrasvelden

12 jaar

Wegen, pleinen, rotondes, waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing

20 jaar

Tunnels, viaducten, bruggen, havens, kades, sluizen en waterkeringen

40 jaar

Geluidschermen

50 jaar

Masten openbare verlichting

50 jaar

Armaturen openbare verlichting

20 jaar

Straatmeubilair en speeltoestellen

15 jaar

Activa met economisch nut die voldoen aan één van de volgende eisen worden niet geactiveerd:

  • Een verkrijgingsprijs van € 15.000 of minder;
  • Een levensduur die gelijk aan of korter is dan 4 jaar.

Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.  

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, overige leningen u/g en overige uitzettingen zijn, tenzij hierna naders vermeld, opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.

Balans - Vlottende activa: bezittingen met een korte looptijd

Vlottende activa zijn bezittingen met een relatief korte doorlooptijd. Dit betekent dat ze gemakkelijk in geld zijn om te zetten.

Voorraden
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede rentekosten en administratie- en beheerskosten.

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Overige vlottende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Vennootschapsbelasting
Vanaf 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten ingevoerd. Dit houdt in dat gemeenten die winst of structurele overschotten behalen met activiteiten die concurreren met de markt vennootschapsbelasting gaan betalen. Op basis van de aangifte vennootschapsbelasting 2018 hoeft geen vennootschapsbelasting betaald te worden. Er is sprake van een verrekenbaar verlies. Daarvoor is een recht op verliescompensatie vennootschapsbelasting verantwoord buiten de balans.

Balans - vaste passiva

Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves, de bestemmingsreserves en het saldo van de rekening van baten en lasten. De algemene reserves zijn alle reserves die primair dienen als weerstandsvermogen om incidentele tegenvallers in de exploitatie op te vangen. De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft meegegeven.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is tegen de contante waarde van de reeds opgebouwde toekomstige uitkeringsverplichting gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan de gemeentelijke kapitaalgoederen.
 
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De langlopende schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Balans - vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Borg- en garantstelling
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.