Vaststellen weerstandscapaciteit
In onderstaande tabel staat de beschikbare weerstandscapaciteit opgenomen.
Weerstandscapaciteit (x € 1.000) | Rekening 2017 | Begroting 2018 | Rekening 2018 |
---|---|---|---|
Exploitatie (structurele weerstandscapaciteit) | |||
Onbenutte belastingcapaciteit | 2.279 | 2.284 | 2.505 |
Onvoorziene uitgaven | 25 | 25 | 25 |
Bestedingsruimte | 0 | 0 | 0 |
Vermogen (incidentele weerstandscapaciteit) | |||
Incidentele bestedingsruimte | 0 | 0 | 273 |
Algemene A-reserve | 3.017 | 3.017 | 3.017 |
Weerstandsvermogen bouwgrondexploitatie | 811 | 805 | 1.907 |
Bestemmingsreserves | 9.733 | 8.899 | 444 |
Stille reserves | pm | pm | p.m. |
Totaal | 15.865 | 15.030 | 8.171 |
De beschikbare weerstandscapaciteit is afkomstig uit diverse buffers in het eigen vermogen (incidentele weerstandscapaciteit) en in de exploitatie (structurele weerstandscapaciteit). Specifiek gaat het om de reserves, de onbenutte belastingcapaciteit en eventuele ruimte in de begroting (meerjarige bestedingsruimte).
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit, stelpost onvoorziene uitgaven en de structurele bestedingsruimte. De onbenutte belastingcapaciteit is het verschil tussen de voor 2018 geraamde opbrengsten uit onroerende zaakbelasting en de door het rijk vastgestelde normopbrengst voor dat jaar. De normopbrengst voor 2018 – dit is de door het rijk gehanteerde artikel 12-norm - is vastgesteld op 0,1952 % van de WOZ-waarde. De werkelijke opbrengst voor 2018 is € 6.014.000. De ‘normopbrengst’ voor 2018 is € 8.519.000. De onbenutte belastingcapaciteit is daarmee € 2.505.000.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves (Algemene A-reserve en de reserve bouwgrondexploitatie), de bestemmingsreserves, de incidentele bestedingsruimte en de stille reserves.
Op basis van de laatste nota Reserves en voorzieningen zijn de reserve Openbare ruimte en de reserve Woon- en leefomgeving bestemd voor toekomstige maatschappelijke investeringen. Deze reserves zijn daarom niet in deze tabel opgenomen. Ditzelfde geldt voor de overige bestemmingsreserves waarvoor een specifieke aanwending is voorzien.
In 2018 blijft van de structurele bestedingsruimte € 273.000 over. Dit bedrag is als incidenteel opgenomen.
De stille reserves zijn niet geïnventariseerd.
Tabel opbouw weerstandsvermogen (x € 1.000)
Omschrijving reserve | Wel in weerstandsvermogen | Niet in weerstandsvermogen |
---|---|---|
Algemeen Weerstandsvermogen | 3.017 | |
Weerstandsvermogen bouwgrondexploitatie | 1.907 | |
Egalisatie tarief afvalstoffenheffing | - | 187 |
Openbare ruimte | - | 957 |
Woon- en leefomgeving | - | 4.479 |
Openbare verlichting | - | 124 |
Dienstverleningsprogramma | - | 52 |
Jeugdgezondheidszorg BDU CJG | 394 | |
Best.res. Gezondheidszorg vm Beilen | - | 46 |
Conjunctuurreserve (C-reserve) | - | 7.895 |
Waterplan | - | 95 |
Alg. reserve Breedband | - | 2.849 |
Reserve dekking kapitaallasten | - | 2.221 |
Reserve dekking kapitaallasten wegen en bruggen | - | 7.653 |
Lokaal onderwijsbeleid | - | 99 |
Onderhoud gebouwen | - | 528 |
Reserve riolering | - | 818 |
Vervangingsinvesteringen | - | 930 |
Personeel/organisatiestructuur | 50 | |
Totaal overige bestemmingsreserves | 5.368 | 28.933 |
Benodigde weerstandscapaciteit
Om de risico’s in beeld te krijgen zijn de eerste 2 stappen uit het risicomanagementmodel uit de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement 2015 gezet:
- Risico identificatie
- Risico beoordeling
Per risico is ingeschat hoe groot de kans is dat deze zich voordoet en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. Dit is gebeurd aan de hand van de tabellen Kansscore en Klasse.
Tabel: Kansscore
Kansscore | Omschrijving | Toelichting |
---|---|---|
1 | Minder dan of 1 keer per 10 jaar | Zeer onwaarschijnlijk |
2 | 1 keer per 5-10 jaar | Onwaarschijnlijk |
3 | 1 keer per 2-5 jaar | Waarschijnlijk |
4 | 1 keer per 1-2 jaar | Mogelijk |
5 | 1 keer per jaar | Vrijwel zeker |
Tabel: Klasse
Klasse | Financieel gevolg | Imagobeeld | Referentiebeeld |
---|---|---|---|
A | < € 75.000 | Zeer klein | Geen bedreiging voor de doelstellingen |
B | Tussen € 75.000 en € 250.000 | Klein | Minimale bedreiging voor de doelstellingen |
C | Tussen € 250.000 en € 1.000.000 | Midden | Bedreiging voor de doelstellingen |
D | Tussen € 1.000.000 en € 1.500.000 | Groot | Ernstige bedreiging voor de doelstellingen |
E | > € 1.500.000 | Zeer groot | Zeer ernstige bedreiging voor de doelstellingen |
Ieder risico krijgt in de begroting een risicoscore waaraan een risicopercentage hangt. Dit percentage vermenigvuldigd met het risico leidt tot een risicobedrag. Bij de jaarrekening is concreet het risicobedrag bepaald. Deze staan opgenomen in het risicoprofiel of risicocontrolematrix.